Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
1
Predikatie ds. A. A. Egas Christelijke Gereformeerde predikant te Nieuwkoop en Vianen
Locatie: Christelijke Gereformeerde Kerk te Alphen aan den Rijn
Datum: zondag 15 november 2015
Votum en groet
Zingen Psalm 72 vers 6
Geloofsbelijdenis
Zingen Psalm 108 vers 1
Schriftlezing: 1 Koningen 19 vers 1 tot 18
Gebed
Zingen Psalm 77 vers 5 en 6
Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c:
Wat maakt gij hier, Elia?
Thema: God troost Zijn moedeloze kind
- Een Vaderlijke vraag
- Een kinderlijke klacht
- Een troostrijk antwoord
Een Vaderlijke vraag:
Elia is op de vlucht. Wel, zegt u, Elia op de vlucht? Elia die man die onverschrokken Achab tegemoet, die kon zeggen: ik ben de profeet des Allerhoogsten voor Wiens aangezicht ik sta! Elia waar het volk diep ontzag voor had, de man in zijn kemelsharen mantel en zijn lederen gordel! Elia de man die zei: zo ik dan een knecht des Heeren ben, dat vuur van de hemel nederdale! En 50 soldaten in één ogenblik verteerden! Elia die op de berg Karmel stond en God bad en er kwam vuur van de hemel en het altaar werd verteerd. En in de kracht des heeren dode hij 450 Baälpriesters. Is deze dappere knecht Gods, deze grote in het Koninkrijk der hemelen, is hij op de vlucht? Ja hij is op de vlucht. En waarom is hij op de vlucht? Wel Izébel had gezegd: het zal jou binnenkort vergaan zoals je gedaan hebt met mijn profeten, met mijn priesters. Het is als het ware een slag voor Elia die hem knakt. En hij vlucht weg voor dat woord van Izébel. Je zou vragen: Elia waar is dan je God? Elia je bent toch zovele malen door de Heere bekrachtigd en ondersteund? Ga je nu op de vlucht voor het woord van een machteloze vrouw ook al is ze koningin? Ja, zegt Elia, want ik zie het niet meer hoe het verder moet. En Elia legt zich neder onder die jeneverstruik en hij zegt: Heere laat mij maar sterven, het is toch alles een verloren zaak. En dan stuurt de Heere een engel om Zijn knecht te versterken. Hij eet brood en hij drinkt water en hij krijgt er kracht door om 40 dagen te gaan door de woestijn. En dan brengt de Heere hem op zo’n bijzondere plaats namelijk diep in de woestijn in de berg Horeb, de berg waar God gesproken heeft, waar Hij Zijn wet gegeven heeft aan Zijn volk. Daar komt Elia na 40 dagen van omzwervingen in een spelonk en daar gaat hij slapen, vermoeid, uitgeput, moedeloos, ligt hij daar te slapen.
En dan is ineens daar de Heere die hem opwekt, die hem wakker schud en Die hem een vraag stelt: wat maakt gij hier Elia? Wat doe je hier in de berg Horeb, in deze spelonk? Waarom ben jij hier? Wat is dat voor een vraag die de Heere aan Elia stelt?
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
2
Veel verklaarders zeggen dat het een heel bestraffende vraag is. ze zeggen: Elia jij had hier helemaal niet mogen zijn. Hier in de woestijn kun je niet tot nut zijn voor Gods Koninkrijk. Jij moet op je post blijven Elia! En we kennen allemaal wel onze geachte, Godzalige Bijbeluitlegger Matthew Henry, die denkt dat ook. Matthew Henry zegt: in deze vraag klinkt een bestraffing door. Dat hij gevlucht is voor Izébel! Hij had moeten vertrouwen op de Heere! En Matthew Henry gebruikt zelfs een heel scherp woord. Het is lafhartigheid van Elia dat hij hier zich verscholen heeft in deze spelonk! Is dat zo gemeente? Is het een bestraffende vraag? Is het een berisping van de Heere aan Zijn moedeloze kind Elia? Nee gemeente dat geloof ik niet. Waarom niet dominee? Wel geliefden hoe is hij hier gekomen? Hij is hier gekomen door de kracht van de Heilige Geest. De Heere had hem eten en drinken gegeven, waarom? Omdat de Heere hem hier op deze plaats wilde hebben. Deze plaats die zo van groot gewicht is in de geschiedenis van het volksleven van Israël. Hier wilde de Heere hem hebben in de stilte, in de eenzaamheid. Hier wilde de Heere tot hem spreken. Hier wilde de Heere hem onderwijzen. Hier in die eenzaamheid wilde God spreken tot zijn ziel. En als dan de Heere komt tot Elia en zegt: wat maakt gij hier?, dan is dat een Vaderlijke vraag van de Heere. Dan is dat een vraag waarin de Heere zegt: Elia kom eens hier. Elia kom eens bij je Vader. Elia stort je hart nou eens voor Mij uit. Elia vertel het nou eens wat je hart zo neerdrukt. Elia vertel toch eens waarom je zo wanhopig bent dat je wel wilt sterven. Elia vertel het aan Mij! En geliefde gemeente dat is wat God zo graag ziet in het leven van Zijn kinderen, in het leven van ieder mens: dat hij de Toevlucht neemt en voor God zijn hart uitstort. Kinderen misschien kun je het wel voorstellen. Denk maar eens aan het feit dat je misschien op school geplaagd werd of dat er iets anders was wat je neerdrukte, wat je verdrietig maakte maar je wilde er eigenlijk niet over praten. Je schaamde je ervoor. Maar toch, toen je moeder zei: jongen wat is er? Ik zie het aan je. Jongen er is iets waar je verdriet over hebt. Ik zie dat er iets is waar je het moeilijk mee hebt. En toen je die liefdevolle ogen van je moeder zag, toen kon je niet langer meer zwijgen en toen moest je spreken en toen kwam er alles uit waar je mee liep. En wat een opluchting en wat gaf dat een vrede in je hart: nu weet moeder het ook. Nu hoef ik het niet alleen te dragen en nu zal moeder wel raad weten. En dat is het wat de Heere zo graag ziet gemeente: dat we tot Hem de Toevlucht nemen! Hoor maar eens hoe de Heere daar Zelf in Zijn Woord oproept bij mondde van David in Psalm 62 als daar David zegt: stort dan voor Hem uit uw ganse hart want God is een Toevlucht ten allen tijde! Zo wil de Heere dat wij ons hart voor Hem blootleggen, dat we ons hart voor Hem openen en dat we tegen Hem zeggen: Heere dit drukt mij zo neer. Heere ik weet er geen raad meer mee. Ik weet niet hoe het verder moet. Is dat het niet wat de dichter zegt in Psalm 10: de Heere aanschouwt de moeite en het verdriet opdat men het in Zijn hand geve! Dát is het wat de Heere hier zegt tegen Elia als Hij in Vaderlijke liefde vraagt: kind wat maakt gij hier? Geliefden zijn er ook die niet meer weten hoe het verder moet in hun leven? Misschien als vluchteling van huis en haard verdreven, alles achter moeten laten, geen toekomst voor je, vijandige omgeving, je weet niet meer hoe het verder moet, verstopt in een spelonk. Misschien zijn er wel vaders die zeggen: ik weet het ook niet meer hoe het verder moet in mijn gezin. De zorgen zijn er, als golven gaan ze over mij heen. Misschien weet je het ook niet meer jongere hoe het verder moet in jouw leven. Je hoort er niet meer bij, je bent eenzaam. Misschien zijn er ook wel die zeggen: ik weet niet meer hoe het verder moet, ik moet sterven en ik kan niet sterven. Misschien weet je het ook als ouderling soms niet meer, misschien als diaken, als vader niet. En wat is het dan een wonder geliefde gemeente dat de Heere dan komt en zegt: wat maakt gij hier? En dat de Heere zo
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
3
liefelijk komt en zegt: zeg het dan maar eens. Kom, stort nou je hart eens voor Mij uit. Kom leg nou al de nood en zorgen eens voor Mij neer. Als je misschien met de dichter hebt meegezongen: zou God dan Zijn barmhartigheden hebben afgesneden? Zou God dan nooit meer van genade weten? Zou Hij vergeten Zijn beloften te vervullen? Het is zo donker, zo ontzaggelijk donker en ik weet het niet meer! En nu komt de Heere hier in de kerk en Hij komt met die liefelijke vraag: Mijn kind, Mijn verdwaalde schaap wat maakt gij hier? Geliefde gemeente als de Heere zo die Vaderlijke vraag stelt aan Elia dan kan Elia niet meer zwijgen. En we gaan luisteren naar:
Een kinderlijke klacht:
Als de Heere dan zo nabij komt en zegt: Elia wat maakt gij hier?, dan is het als het ware dat het deksel van de put afgaat, of een lawine komt uit een vulkaan. Want, zo horen we in één keer zeggen: ik heb zeer geijverd voor de Heere, de God der heirscharen, want de kinderen Israëls hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood. En ik, ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel weg te nemen! U voelt het als het ware: de stop is van de fles en er is een lawine van zorgen, verdriet, angst en nood die hij hier voor de Heere uitstort. In de eerste plaats horen wij een verslag van Zijn werk.
Heere, zegt hij, ik heb zeer geijverd voor U, de God der heirscharen. En dat was geen hoogmoed van Elia maar dat was waarheid. Hij had zich werkelijk ingespannen met heel zijn ziel en heel zijn geest. Hij had God gesmeekt om de bekering van dat volk. Hij was als een boetgezant geweest onder dat volk. Hij had dat volk opgeroepen om de Heere te vrezen. Hij had gebeden en geworsteld met de Heere: laat er dan desnoods droogte zijn Heere, als dat volk zich maar bekeert! Hij kon het echt zeggen oprecht: Heere kijkt U maar naar binnen, ik heb zeer voor U geijverd Heere! Geliefde gemeente kunt u dat ook zeggen? Laat ik het aan de ouderlingen vragen: als jullie vanavond je knieën buigen, kun je het dan ook zeggen tegen de Heere: kijk er maar in Heere, Gij weet dat ik zeer geijverd heb voor U? Kun je dat zeggen vaders als je vanavond je knieën buigt en de zondag is voorbij, kun je dan zeggen van je huisgodsdienst: Heere ik heb zeer geijverd voor U om mijn kinderen bij U te brengen? Moeders kun je het zeggen: ik heb zeer geijverd voor de Heere? Om voor mijn kinderen een voorbeeld te zijn van de vreze des Heeren. Kunnen wij het Elia nazeggen: ik heb zeer geijverd voor de Heere? En wat is het tweede wat hij tot de Heere roept? Wel het is een klacht, diep uit zijn ziel. En hij zegt het: Heere ze hebben Uw verbond verlaten. Heere ze hebben Uw altaren afgebroken! Dat is de diepe smart in de ziel van Elia. Heere ze hebben Uw verbond waarin U gezegd hebt tot dat volk: Ik ben de Heere uw God, dien Mij toch met geheel uw hart en al uw krachten, maar ze hebben het niet gedaan Heere! Ze hebben hun hart aan de Baäls gegeven! Heere ze hebben zich overgegeven aan de boze lusten van hun hart! Heere ze hebben Uw verbond talloze malen verbroken! Niet willen leven naar Uw heilige wet. Heere ze hebben U verlaten! Ja Heere ze hebben de altaren afgebroken! Wat is dat ontzaggelijk gemeente! Het altaar dat was toch hét geheim van het verbond! Het altaar dat toch heen wees naar Christus. Het altaar dat sprak van de verzoening. Het altaar dat sprak van Het Lam Dat komen zou. Heere ze hebben het verbroken! Ze hebben geen behoefte aan verzoening, aan vergeving. Wat een aangrijpende klacht van Elia. Geliefde gemeente als Elia uw predikant geweest was, zou hij dan ook zó geklaagd hebben bij God over de gemeente van Alphen? Zeg niet gauw: nee geliefde gemeente. Hebt u Gods verbond gehouden?
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
4
Hebt u de Heere van harte lief met al uw krachten? Van ganser gemoede? De Heere lief boven alles? Ze hebben Uw altaar verbroken! Hoeveel mensen in de kerk in Alphen aan de Rijn leven nog zonder Christus? Ken je Christus al? Het altaar verbroken wil zeggen: geen behoefte aan Christus en Zijn verzoenend sterven. Dat is het altaar verbreken. Laat die klacht van Elia eens op u inwerken! Moet uw dienaar, moet de kerkenraad niet met Elia zeggen: Heere ze hebben Uw verbond gebroken, ze hebben Uw altaren weggedaan?
En wat is het derde wat hij zegt? Wel, zo zegt hij tegen de Heere: Heere ze hebben Uw profeten gedood! De profeten die gekomen zijn met Het Woord van God. Die profeten die het oordeel hebben aangezegd maar ook het volk hebben opgeroepen: kom, dien toch de Heere. Die het volk hebben geroepen: kom zoek Hem en gij zult leven! Bij de Heere is vrede en bij de Heere is genade. Kom dien toch Hem! Maar ze hebben die profeten gedood, de mond gesnoerd. En de Heere Jezus zal het later dan ook zeggen: Jeruzalem, Jeruzalem gij hebt de profeten gedood en gestenigd die tot u gezonden zijn. Niet willen luisteren naar de stem van de Heere! En ik voel u al denken: nou moet u niet komen dominee met de vraag of dat wij Gods profeten doden want dat doen wij echt niet hoor! O nee? O nee? Laat ik eens een paar dingen mogen zeggen gemeente. Bezondigd u er zich niet aan na de preek in het bijzijn van uw kinderen kritiek te uiten over de prediking en over de prediker? Over de kerkenraad? Dat is het doden geestelijk van de dienaar en van Zijn Woord. Geliefden als er iets is en als er terechte kritiek is dan niet aan de tafel en onder het koffiedrinken maar op de knieën voor de levende God! Het volk dat de profeten dood.
Maar nu in uw persoonlijke leven. Als telkens de Heere klopt, nodigt en roept en u gaat uw eigen weg en u komt met uw tegenwerpingen en u roept u ja-maars op, dan snoert u het evangelie de mond geliefde gemeente! Als wij dan zo luisteren naar Dat Woord van Elia en als hij dan zegt: Heere ik heb zeer geijverd voor U, de Heere der heirscharen, moet dan geen schaamte ons aangezicht bedekken? Als wij naar die opmerking van Elia luisteren, kunnen wij hem dat nazeggen? Als Elia het moet zeggen voor de Heere: Heere ze hebben Uw verbond verbroken en ze hebben Uw altaren weggedaan, moet je dan ook niet bukken en buigen en zeggen: dat geldt ook mij? Als de Heere het hoort uit de mond van Elia: en ze hebben Uw profeten gedood, dat het dan eens naar binnen mag slaan dat je zegt: Heere maar ik, ik heb Uw monddood gemaakt met mijn ongeloof, met mijn verzet, met mijn kritiek, heb ik U o Heilige Geest bedroefd! Laat dan dit antwoord van Elia aan zijn Heere en Koning ons een ogenblik stilzetten en dat we met elkaar mogen buigen voor God.
En als hij dan zo zijn nood voor de Heere heeft neergelegd dan eindigt hij en dan zegt hij tenslotte: Heere ik ben alleen overgebleven en ze zoeken mijn ziel om die weg te nemen. En dan zien wij in dit woord hoe diep Elia wegzakt in de moedeloosheid. Want hij zegt: Heere ik ben alleen overgebleven! Er is niemand meer Heere die U vreest! Weet je dan niet van Obadja, weet je dan niet van de profeten die hij verborgen heeft? Elia ziet het niet meer! Elia denkt: ik ben nog het enigste kind overgebleven dat God dient! Maar ik zal ook sterven en dan is het verloren, dan is het klaar met Gods Kerk over heel de wereld! Zo donker is het geworden in het leven van Elia dat hij niet meer ziet dat God een Kerk heeft! Nee Heere Uw werk is tevergeefs geweest hier op aarde, het is allemaal zinloos geweest Heere, het heeft alles niets uitgehaald! Uw wonderen niet, de prediking van Uw Woord niet, Uw waarschuwingen niet, Uw nodigingen niet, Heere het is alles
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
5
tevergeefs geweest! Ik ben alleen overgebleven, de laatste die nog U vasthoud maar ik zal ook spoedig sterven onder hand van Izébel en dan is het uit Heere met Uw Kerk! Dan is er in Israël niemand meer die U vreest! Dan is er over heel de wereld niemand meer die U vreest! Heere dan is het voor altijd voorbij met Uw Kerk! zó diep zit Elia in de moedeloosheid. Hij is wanhopig. Hij zegt: Heere het is alles, alles tevergeefs geweest en de duivel heeft zijn overwinning behaald! Ik alleen ben nog overgebleven en ik zal spoedig sterven! Donker, ontzaggelijk donker in het leven van Elia. En is er misschien ook iemand, misschien wel een jongen die zegt: ik begrijp Elia. Het is voor mij ook zo donker geworden. Ik zie ook geen weg meer in mijn leven. Misschien zit hier een moeder die zegt: ik weet het ook niet meer. alles wordt mij bij de handen afgebroken! Mijn kinderen gaan hun eigen weg en ik roep tot God maar het lijkt wel of Hij niet hoort. Misschien zit hier iemand die zegt: waar is God? En dan komen we geliefde gemeente bij wat we gaan zingen uit Psalm 42 het 6de vers:
`k Zal tot God mijn Steenrots spreken,
Waarom Heere vergeet Gij mij?
Een troostrijk antwoord:
Geliefde gemeente de Heere gaat antwoorden. De Heere gaat spreken tot Zijn moedeloze kind. Hij zegt: kom eens Elia. Kom eens uit die spelonk en zie eens Elia Wie Ik ben! En dan gaat de Heere Zich aan Elia vertonen. En we hebben het met elkaar gelezen: en de Heere ging voorbij en een grote en sterke wind scheurde de bergen en brekende de steenrotsen voor de Heere heen. De wind als een machtig heraut van God gaat voor de Heere heen en vermorzelt de bergen en de steenrotsen splijten! Wat een Majesteit van God hier in zichtbaar! En even later dan zien wij een aardbeving. En als je weleens foto’s gezien hebt van een aardbeving, we hebben het gelukkig nooit hoeven meemaken maar het lijkt mij ontzaggelijk, als de aarde waarop je staat begint te schudden en huizen beginnen te wankelen en alles ineen stort. Wel zó laat de Heere daar voor het aangezicht van Elia de aarde opengaan. De aarde scheurt uiteen! Wat een vertoon van Gods Majesteit. En tenslotte: een vurige gloed die alles verteerd, niets is bestand voor dat vuur! De wind, de aardbeving, het vuur, het zijn de herauten die voor de Heere uitgaan als de tekenen van Zijn Goddelijke Majesteit en heerlijkheid! En daarna het zachte suizen van de wind. En dan als het ware komt Elia naar buiten en hij heeft zijn aangezicht gewonden, zijn lange kleed over zijn aangezicht geslagen uit eerbied voor de Heere. En dan komt de Heere opnieuw en Hij zegt: Elia wat maakt gij hier?
En geliefden wat zien wij dan bij Elia? Dat hij nadat de Heere Zich zó vertoond heeft: de Almachtige te zijn voor Wie niets bestand is, de Koning der koningen, de Schepper van hemel en aarde! Elia komt met dezelfde klacht! Elia is zó diep in de moedeloosheid dat hij niet getroost en gesterkt wordt door wat hij ziet van de Heere in die deugden van God: Zijn almacht, Zijn Majesteit, Zijn heerlijkheid! Het heeft Elia niet bemoedigd. En opnieuw stort hij zijn klacht met precies dezelfde woorden voor de Heere uit. En geliefden dan gaat de Heere opnieuw tot hem spreken en dan gaat de Heere wat hij gezien heeft toepassen. Dan gaat de Heere laten zien die machtige tekenen en dat zachte suizen van de wind, wat dat nou betekent voor Elia. De Heere gaat het hem uitleggen. De Heere gaat de ogen openen van deze moedeloze Elia die zelfs als de Heere de tekenen geeft van Zijn almacht er niet door bemoedigd wordt. Wat is de Heere dan geduldig met Zijn kind. Hij zegt: dan zal Ik je gaan uitleggen Elia. En wat betekenen dan die geweldige natuurverschijnselen? Dat beven
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
6
van de aarde door de wind? Dat scheuren van de aarde op de stem van de Heere? Dat vuur dat alles verteerd? En wat betekent dan dat zachte suizen? Nou geliefden er zijn er verschillenden die gezegd hebben: al die natuurtekenen dat ziet op de donder van de wet die een mens verschrikt maar waarin de Heere niet is met Zijn genade. En het zachte suizen dat duid op het evangelie. En hoewel dat een mooie uitleg is maakt het het los van het spreken van de Heere en laten we daarom maar gauw gaan luisteren naar wat de Heere zegt tot uitlegging van wat Hij heeft laten zien aan Elia. En wat is het dan wat de Heere tegen Elia zegt? Luister maar. Elia Ik heb een taak voor je. Ga heen en keer terug op de weg naar de woestijn van Damaskus en zalf Hazaël tot koning en daartoe ook Jehu de zoon van Nimri, tot koning over Israël. En tenslotte: Elisa de zoon van Zafeth tot jouw opvolger.
Elia moet 3 personen gaan zalven: Hazaël tot koning, Jehu tot koning over Israël en Elisa tot profeet. Maar wat is de eerste en aangrijpende taak van dei personen? Wel Hazaël is te vergelijken met die wind, hij is de stormgesel in Gods hand want hij zal komen en dat volk kastijden en onderwerpen. Hij zal dat volk doden! En daarna zal Jehu komen en ook heeft hij een zwaard in zijn hand en hij zal het huis van Achab en van Izébel uitroeien! Hij zal zijn als een aardbeving die het huis van Achab ineen zal doen storten! En tenslotte komt Elisa en Elisa komt met zijn waarschuwingen en zijn profetiën en zijn vervloekingen! En op het woord van Elisa zullen 40 kinderen, goddeloze kinderen sterven door de beren uit het bos. Dat is een ontzaggelijke onheilsprofetie. En allen die aan Hazaël en Jehu ontkomen zullen door Elisa gedood worden. Hoor je het Elia? Jij denkt dat Ik het allemaal door de vingers zie Elia. Jij denkt: waar is de Heere met Zijn oordelen? Maar Ik zal komen met Mijn oordelen. En dat is het wat er staat: en de Heere was er niet in. Dat wil zeggen: de Heere was er niet gunst en genade in. Maar in die 3 tekenen laat de Heere zien Wie Hij is. Namelijk de Rechtvaardige Die toornt over de zonde en Die de zonde ook daadwerkelijk straft! Geliefde gemeente wat is dat een ontzaggelijke boodschap. Dat de Heere zal komen als een stormgesel, als een wind die zal verbreken al wat tegen Hem opstaat! Dat Hij zal zijn als een aardbeving en verslinden al wat zich tegen Hem kant. En dat Hij is een vuur dat al verteren zal wat tegen Hem in opstand komt! Wat een ontzaggelijke boodschap. Zie het toch, ik smeek het u: geloof toch dat God een heilig en rechtvaardig God is Die de zondaar geensinds onschuldig houd! De Heere is lankmoedig, wat heeft Hij een geduld gehad met dat volk! Hij heeft het laten waarschuwen maar er komt een moment dat de Heere Zijn oordelen zal voltrekken. Elia denkt: Heere waar bent U? Kunnen ze dan maar Uw verbond verbreken? Kunnen ze dan maar Uw altaren neerwerpen? Laat U dat dan maar allemaal ongestraft toe? Nee Elia je hebt te vroeg gesproken! Ik zal komen met Mijn oordelen maar op Mijn tijd! Geliefde gemeente laat u waarschuwen! Jonge mensen je kunt misschien wel denken: God ziet het niet, God hoort het niet. U kunt dat denken in uw goddeloosheid ouderen maar Hij komt hoor, Hij komt ten gerichte! En tenslotte komt de Heere bij Elia in het zachte suizen van de wind en dan komt Hij met die troostrijke boodschap: Elia hoor het, Ik heb er 7000 overgelaten Elia die zich niet hebben neergebogen voor de Baäl, die zijn mond niet gekust hebben! Elia jij denkt dat Mijn zaak een verloren zaak is maar dat zal niet geschieden. Mijn werk gaat voort Elia! Ik heb er 7000. En je zou mogen zeggen: dat zullen er misschien letterlijk 7000 geweest zijn, dat is ook waar. Maar ik geloof gemeente dat het dieper is en dat het getal 7 ziet op het werk van God en 1000 dat is het hoogste getal dat men in die dagen kon schrijven. 7000, dat ziet op een Kerk die ontelbaar is! God gaat door met Zijn werk! Elia Ik ga door, door het krachtige werk van de Heilige Geest. In het zachte suizen van Mijn Woord zal Ik voortgaan! En Ik zal ze toebrengen uit het oosten en uit
Predikatie ds. A. A. Egas Tekst: 1 Koningen 19 vers 9c Thema: God troost Zijn moedeloze kind
7
het westen! Het zal een Kerk worden die niemand tellen kan. Elia grijp moed want Ik ga door met Mijn werk! O wat is dat toch een troostrijke boodschap: Ik heb Mij doen overhouden. Daar laat de Heere al het gewicht op vallen: Ik heb Mij doen overhouden, Ik sta voor Mijn Kerk in! En dat woord in het Hebreeuws houdt in: Ik heb in het verleden Mijn Kerk in stand gehouden, Ik doe dat vandaag en Ik zal het doen in de toekomst. Ik zal nooit zonder onderdanen zijn, nee integendeel! Straks met de komst van Mijn Zoon zullen de muren gebroken worden en zullen jood en heiden worden toegebracht. Elia Ik heb er 7000 die de knie voor Baäl niet gebogen hebben. Ik maak Mijn werk af Elia en ze zullen Thuiskomen ondanks al het woeden van de satan, ondanks alle verleidingen van de wereld. Ik sta voor Mijn eigen werk in. Wat een troostvolle boodschap geliefden. Als je misschien mee-geweend hebt met de dichter van Psalm 42. Als het daar zo donker wordt en de duivel sist het je toe: waar is God op Wien gij bouwdet? En aan Wien gij uw zaak hebt toevertrouwd? Wat kan het dan donker zijn al je ziet op al die vijanden die je omringen. Dan kan je moedeloos zijn en zeggen: Heere mijn kinderen, mijn gemeente, de verleidingen zijn zo groot en het lijkt wel alsof de duivel overwinning op overwinning behaald. En dan komt de Heere: wat maakt gij hier? Als je dan zo je hart voor de Heere hebt uitgestort, dan zegt de Heere: kom nou eens uit die duistere spelonk en zie nou eens Wie Ik ben. Vrees niet, zie Mijn heerlijkheid en zie Mijn almacht! Ik heb maar te spreken en de steenrotsen splijten! Ik heb maar te spreken en de aarde opent zich! Ik heb maar te spreken en vuur verdelgt alles. Vrees niet voor die vijanden want Ik ben de Koning van de Kerk! Vreest niet! O en je moet zeggen: ik heb een hart dat is zo hard als een steenrots! Eén woord van de Koning en ja hart is gebroken! Hij is immers de Almachtige. Heere het is zo donker. Zie hier ben Ik, Ik begeef en verlaat je niet. Kom hier ben Ik in het zachte suizen van de wind. Ik ben nabij het hart dat schreiend tot Mij vlucht. Dat zich in die nood en ellende tot Mij met gebeden wend. Ik zal het ter genezing nabij zijn. Kom stort je hart uit voor Deze Heere. Hij is uw Heelmeester Die vertroost, nabij en sterkt. Ik heb, het ligt vast in Zijn handen!
AMEN
Dankgebed
Zingen Psalm 62 vers 4
Zegen des Heeren