'Verwijt doofpotcultuur inzake Wisse onterecht' ds. M.A. Kempeneers

Verwijt doofpotcultuur inzake Wisse onterecht

Ds. M.A. Kempeneers

De reactie van dr. C.M. van Driel op mijn kritiek in het RD van 30-11 was voorspelbaar. De standpunten en posities zijn voor de opmerkzame lezer wel duidelijk. Maar omdat de zaak mij zeer aan het hart gaat, wil ik nog enkele opmerkingen maken.

Ik kreeg de afgelopen dagen tientallen adhesiebetuigingen naar aanleiding van mijn artikel. Slechts twee reacties waren kritisch. Opmerkelijk: allebei van historici. Nu begrijp ik de spagaat van een christen-historicus tussen enerzijds het openbaren van pijnlijke feiten zoals de bronnen die lijken te openbaren en anderzijds de christenplicht om een goed gerucht van de naaste te verspreiden.

Maar daar ging mijn kritiek dan ook niet over. Ik heb willen aanwijzen dat Van Driel veel interpreteert en concludeert. En dat op basis van bronnen die nogal eens erg subjectief gekleurd zijn en op ongepaste toon. Ik ga echter niet verder op het boek in.

Denkfout

Overigens maakt Van Driel in zijn reactie een denkfout als hij meent dat een historicus de zonden van een knecht van God mag beschrijven op dezelfde wijze zoals de Bijbel dat doet. Is een historicus gelijk te stellen aan een door de Heilige Geest geïnspireerde Bijbelschrijver? Heeft een historicus dezelfde taak als Gods Woord?

In zijn reactie op mijn kritiek doet Van Driel weer hetzelfde als in zijn boek. Hij heeft zitten ‘puzzelen’, totdat zijn ‘historische antennes signaleerden’ hoe het gegaan moet zijn. Maar zou dat juist geen extra reden moeten zijn om terughoudend te zijn? Hij schrijft vervolgens: ‘Ik zie geen alternatieve interpretatie voor de feiten waar ik tegenaan ben gelopen.’ Een subjectieve beoordeling dus.

Nu ontkomt geen geschiedschrijver daar waarschijnlijk aan. Maar het maakt wel een groot verschil hoe je daar woorden aan geeft. In zijn boek geeft Van Driel geen enkele blijk van enige geestverwantschap met Wisse te hebben, integendeel. Laat hem een voorbeeld nemen aan H.A. Obermann, die in zijn boek ‘Luther, Mensch zwischen Gott und Teufel’ zegt over Luthers antisemitisme: ‘Hier hast du geïrrt, Bruder.’ Hij wijst de zonde van Luther af. Maar hij blijft toch zijn broeder. Eerlijk, maar mild.

Exemplarisch

Van Driel schrijft dat hij mijn reactie als exemplarisch ziet voor de gereformeerde gezindte. Dat zegt nogal wat over de manier waarop hij de gezindte ziet. Wat mij betreft is Van Driels boek exemplarisch voor de 21e -eeuwse beeldenstorm die wij beleven. Op allerlei manieren wordt er afgerekend met het verleden. Variërend van het omlaag willen halen van het standbeeld van J.P. Coen tot het willen neerhalen van prof. Wisse, die ‘een loopje heeft genomen’ met de Bijbelse ethiek. De wijze waarop Van Driel dat doet en de cynische woorden die hij in zijn boek gebruikt, doen mij inderdaad twijfelen aan zijn ‘ambachtelijke vaardigheden.’ Hij rekent snoeihard af met de persoon van Wisse, en ridiculiseert openlijk diens geestelijke leven.

Het is met name dat, wat veel RD-lezers zo pijnlijk heeft getroffen. Nergens blijkt mij uit de reacties dat men een ‘doofpotcultuur’ wil hanteren. Dat is een onterechte aanname. Dat mag in het verleden her en der hebben plaatsgevonden, zoals in heel de maatschappij, maar ook de bevindelijk-gereformeerden zijn wat dat betreft met hun tijd meegegaan en hebben in het kerkelijke leven op allerlei manieren laten blijken dat de zonde niet gedoogd wordt. Van Driel heeft duidelijk niet begrepen wat ik bedoelde met het voorbeeld van de zonen van Noach.

Huidige generatie

Dat brengt mij bij de vraag, wie er nu eigenlijk met dit boek gediend is? De mensen die door Wisse ‘voor het leven beschadigd zijn en buiten de kerk terechtkwamen’? Mocht dit al zo zijn, dan zijn zij niet meer onder ons. Het is dus geschreven voor de mens van nu. Maar welke hedendaagse mens is hierin geïnteresseerd? Die vind je niet in de wereld of in de midden-orthodoxie.

De huidige generatie bevindelijk-gereformeerden heeft naar mijn inschatting niet zitten wachten op dit boek. Niet vanwege een doofpotcultuur, maar uit liefde en respect voor deze profetische prediker die nu al zoveel jaar verlost mag zijn van zichzelf en de Heere eeuwig mag grootmaken.