Toespraak voor de GS op 30-1-2020 van rev. M. Loughridge van de Reformed Presbyterian Church of Ireland

Goedenavond, mijn naam is Mark Loughridge. Ik ben de predikant van twee kerken in de Republiek Ierland. Dit jaar dien ik als moderator van de Reformed Presbyterian Church of Ireland en ik breng u de groeten over van uw broeders en zusters in Christus in Ierland.

Ierland, zoals u zult weten, is een verdeeld eiland – twee landen op één eiland. Het zijn landen die sterk op elkaar lijken qua landschap en bevolking, maar qua politiek, cultuur en religie verschillen ze enorm. Noord-Ierland had één van de hoogste dichtheden van evangelische kerken in de wereld; de republiek Ierland heeft het laagste percentage van evangelische christenen in de engelstalige wereld – ongeveer 0,5 procent. De republiek Ierland heeft geen grote verspeiding van het evangelie gezien, sinds Patrick het 1500 jaar geleden naar Ierland bracht.

Ons kerkgenootschap bedekt beide landen. Maar slechts 7 van onze 40 gemeenten liggen in de republiek Ierland. Het is zowel een tijd van grote behoefte als ook van grote mogelijkheden voor Ierland – het is een vreugde om het evangelie te delen met mensen die er nooit eerder van hebben gehoord. Wilt u alstublieft bidden voor ons, nu we wegen zoeken om kerken te planten in delen van ons eiland, die het evangelie eeuwenlang niet gehoord hebben?

Net als de andere afgevaardigden is ook mij gevraagd om te spreken over vrouw en ambt. Ik wil u graag ons kerkelijk standpunt overbrengen en onze aanmoediging om vast te houden aan uw lang gekoesterd en principiële standpunt.

Het is ons kerkelijk standpunt dat de ambten in Christus’ kerk voor mannen zijn bedoeld, maar niet voor alle mannen: alleen zij die voldoen aan de vereisten, zoals uiteengezet in de Schrift. Dit is het standpunt geweest van de RPCI, en van gereformeerde kerken wereldwijd, eeuwenlang.
Dit standpunt is op vele wijzen te ontdekken in de Schrift, bijvoorbeeld:
• in de duidelijke regelgeving in de Schrift – bijv. 1 Tim. 2:13: ‘Ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft, en ook niet dat zij de man overheerst.’
• in de vereisten voor het ambt – ‘… de man van één vrouw… Hij moet goed leiding geven…’ (1 Tim. 3:2,4).
• in de structuur van de Schrift – het is het algemene patroon dat mannen het leiderschap dragen. Terwijl er duidelijk momenten zijn, waarop vrouwen mannen leiden (bijv. Richt. 4), is het evengoed duidelijk dat dit tijden waren van zwakken mannen en ongehoorzaamheid binnen het volk van God. Dit is niet een patroon dat bedoeld is na te volgen.

We weten dat het mogelijk is om tegen deze dingen te argumenteren, maar om dat te doen vraagt een geheel nieuwe hermeneutiek, een nieuwe manier om de Schrift te verstaan. Als we dat doen, openen we een deur die niet meer te sluiten is. De zelfde argumenten die gebruikt worden om vrouwen in het ambt in de kerk te rechtvaardigen – dat Paulus’ richtlijnen of Jezus’ praktijk cultureel of situatie-specifiek bepaald zijn – rechtvaardigen ook homoseksuele praxis in de kerk.
We denken misschien nooit zo ver te gaan, maar als een nieuwe hermeneutiek eenmaal wordt toegestaan, zal deze door anderen worden gebruikt om te pleiten verder te gaan en zal het onmogelijk zijn om nee te zeggen.
De toekijkende wereld heeft op deze inconsistentie gewezen. Ik heb seculiere schrijvers gelezen, die stellen dat kerken met vrouwelijke geestelijkheid geen gronden hebben om tegen homoseksualiteit te zijn, omdat de argumenten die ze hebben voor beiden bruikbaar zijn. De toekijkende wereld ziet de verbinding en ook de hypocrisie van het ene toestaan en het andere veroordelen.

Er zijn onderscheiden rollen en verantwoordelijkheden voor mannen en vrouwen. Onze wereld houdt ervan om de rollen en onderscheidingen die God maakt uit te wissen – niet alleen op dit gebied, maar ook op vele andere gebieden. Door dat te doen zoekt men Gods stem het zwijgen op te leggen. Christus’ kerk moet een afwijkend geluid zijn voor het geweten van de wereld – een plek waar Gods onderscheidingen gezien worden omdat Gods stem wordt gehoord.

Ten aanzien van de vraag over eenheid:
Omdat dit niet alleen maar gaat over het onderwerp ‘vrouwen’, maar over de Schrift zelf, is dit van levensbelang. De betekenis ligt in wat moet worden gedaan met de Schrift om uiteindelijk deze conclusie te bereiken. Het leidt tot twee verschillende benaderingen van Gods Woord, niet alleen ten aanzien van de ambten. Een kerk met twee benaderingen van Gods Woord is een verdeelde kerk.
Eenheid is een levensbelangrijke noodzaak voor de kerk, niet een optie. In Johannes 17 zien we dat de uitwerking van het evangelie afhankelijk is van de eenheid onder Gods volk. Jezus bad: ‘opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.’ (Joh.17:23).
Maar er kan geen eenheid zijn, als er verschillende benaderingen van Gods Woord zijn.

Mijn geliefde vrienden, broeders en zusters in Christus, wij zullen bidden om wijsheid en genade voor u, wanneer u door deze problemen navigeert. En bidt voor ons op het Ierse eiland dat we mogen zien dat het evangelie zich snel verspreidt.