Een groet van de Free Church of Scotland aan de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland
Ds. Donald G. MacDonald
Het is me een voorrecht om hier vandaag met u te zijn en u de groeten over te brengen van de Free Church of Scotland. We beschouwen het een eer om uw broeders en zusters te zijn in Christus, partners in het Evangelie, medearbeiders in het Koninkrijk (van God) en mededienaren van onze Koning, de Heere Jezus Christus.
We zijn ons ervan bewust dat u tot grote steun geweest bent voor de FCS sinds 1843 en dat onze beide kerkgenootschappen samen delen in de gemeenschap en vriendschap in Christus. Ik ben gekomen om u te verzekeren van onze liefde voor u en ook van onze gebeden, waar u doorgaat de kerken te dienen en te getuigen van de grootheid en genade en heerlijkheid van onze Zaligmaker in uw buurten overal in Nederland. We bidden voor u tijdens deze week waar u samenkomt als synode, en bidden dat de Heere u een grootse visie wil geven aangaande het evangelie, en dat u Zijn genade en wijsheid mag ondervinden in al uw gesprekken en besluiten.
Samen omarmen we de grote zendingsopdracht van Christus om heen te gaan en alle volken te onderwijzen (discipelen te maken, Matt. 28:19), hen dopende in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. In Schotland – een land dat ooit bekend stond als het Land van het Boek – zijn we grotendeels een seculiere samenleving geworden. Het fysieke landschap waar ons land zo beroemd om is, blijft mooi. De bergen en heuvels, de meren en rivieren, de luchten en de zeeën blijven trouw Gods eer vertellen. Het geestelijke landschap echter is niet zo indrukwekkend. Het christendom wordt meer en meer verbannen uit de publieke ruimte en Bijbelse normen en waarden worden niet slechts gezien als alleen maar ouderwets, maar als onacceptabel in wat genoemd wordt een ‘moderne en vooruitstrevende samenleving’. De stem van de kerk is grotendeels tot zwijgen gebracht, en wanneer zij spreekt, fluistert ze eerder dan dat zij het uitroept. Maar daar ligt voor ons als kerk de uitdaging en de kans om heen te gaan en discipelen te maken. We vragen dringend om uw gebeden terwijl wij dit zoeken te doen.
De Free Church of Scotland heeft geprobeerd om zich op vier gebieden te richten: 1. Gemeentestichting, 2. Gemeenteopbouw, 3. Toerusting en training, 4. Wereldzending.
1. Gemeentestichting – We zijn God dankbaar dat over de laatste paar jaren een aantal nieuwe gemeenten zijn gesticht, vier in Edinburgh alleen al. We hebben ook drie gemeenten gesticht in gebieden van ernstige verloedering, in Glasgow, Dundee en Inverness. Al deze plantingen zijn het resultaat van onze samenwerking met Mission to the World, Acts 29 en 20 Schemes. We zijn op het moment de mogelijkheid aan het onderzoeken om een fulltime directeur gemeentestichting aan te stellen om onze visie te coördineren van 20 nieuwe gemeenten in het jaar 2030.
2. Gemeenteopbouw – We zoeken ook ‘te versterken dat wat is overgebleven’. We hebben een tweejarig programma ontwikkeld, waar op dit moment meer dan 20 van onze gemeenten op hebben ingetekend. Dit programma zoekt predikanten en hun gemeenten toe te rusten en te bemoedigen, terwijl zij de zaak van het evangelie in hun buurten zoeken te revitaliseren.
3. Training en toerusting – Presbyteriums (classes) geven in toenemende mate training aan ambtsdragers, niet-ambtelijke werkers en zondagsschoolonderwijzers/ -onderwijzeressen. We hebben een bootcamp (trainingskamp voor rekruten) waar jonge mannen en vrouwen onderwijs krijgen in leiderschap en zending. Bovendien blijft de Edinburgh Theological Seminary groeien en zich ontwikkelen. Zij verzorgt een theologische opleiding en training voor degenen die in een fulltime bediening gaan en in andere sferen van christelijke dienstverlening.
4. Wereldzending – in toenemende mate zoekt de FCS de opdracht te vervullen om ‘naar de einden van de aarde te gaan’, in samenwerking met zendingsorganisaties die er beter voor zijn toegerust om dat grote doel te bereiken, omdat zij de ervaring, structuren en personeel er al voor hebben.
De grootste hindernis waar we mee te maken hebben als kerken is het gebrek aan menskracht. Niettegenstaande het troosteloze beeld dat ik schetste van Schotlands geestelijke landschap, zien we dat de velden al wit zijn om te oogsten. Er zijn echter weinig arbeiders, en daarom vragen wij u om met ons te bidden dat de Heere van de oogst arbeiders wil zenden in de oogst. Bid vooral dat jonge mensen roeping zullen voelen om het heerlijk evangelie van de Heere Jezus Christus te prediken. We hebben het hoofd te bieden aan veel andere hindernissen en uitdagingen. Waar de Heere werkt, is de duivel ook actief. Er zijn veel gevaren, niet in het minst het gevaar van onszelf. Bid dat God ons trouw doet blijven aan Hem en aan zijn Woord.
En wij zullen voor u bidden. We begrijpen dat ook u voor de uitdaging staat om het evangelie te brengen aan de mensen en op plekken onder uw volk. Moge de Heere u in dat werk zegenen. We zijn ons ervan bewust dat in de CGK het onderwerp van vrouwelijke ambtsdragers een levendige discussie blijft en als afgevaardigden naar uw synode is ons gevraagd om aan die discussie een bijdrage te leveren. Ik voel niet de vrijmoedigheid om u instructies te geven. We respecteren uw verlangen om de wil van God te kennen en te doen, en wij geloven dat Hij u zal leiden en geleiden. Toch heb ik geprobeerd te bedenken wat ik zeggen zou als hetzelfde punt naar voren werd gebracht op de Generale Synode van de FCS. Ik denk dat ik vijf zaken zou benadrukken.
1. Het gezag van de Schrift – Zij is de enige regel om ons richting te geven hoe wij God verheerlijken en ons in Hem verheugen. Onze visie op de bediening en ons verstaan van de ambten in de kerk moet staan onder de beheersing van het Woord van God. En alleen het Woord van God.
2. De interpretatie van de Schrift – Het is belangrijk om een juiste hermeneutiek te hebben. Als je hermeneutiek je toelaat om richtlijnen vanuit de Schrift los te laten op grond van het feit dat zij cultureel (bepaald) zijn en alleen voor die tijd, dan geef je daadwerkelijk het gezag van de Schrift prijs. Een interpretatie van de Schrift die ruimte geeft aan vrouwelijke ambtsdragers – als je die consequent toepast, geeft die ook ruimte aan een discussie en verwarring over zaken die huwelijk, seksualiteit en geslacht aangaan. We hebben dit in veel kerken in Schotland gezien.
3. De behoefte aan moed – Het is moeilijk om tegen de heersende trends in te gaan. Het is terecht dat in het onderwijs, op de werkvloer, in de politiek, enz., mannen en vrouwen gelijke kansen hebben, gelijke rechten en een gelijk loon. Discriminatie op grond van geslacht moet door de kerk worden tegengegaan. In een samenleving echter van gelijke kansen, die in toenemende mate (het verschil in) geslacht van de hand wijst als een sociale constructie, en die pleit voor geslachtelijke neutraliteit of fluïditeit, daar vraagt het moed om te zeggen dat we mannelijk en vrouwelijk gemaakt zijn, dat mannen en vrouwen verschillend zijn en door God ervoor gemaakt om elkaar aan te vullen, waar ieder Zijn bedoeling met hen vervult in het dienen van Hem.
4. De behoefte aan eerlijkheid – De kerk gelooft in het elkaar aanvullen (van mannen en vrouwen). Mannen en vrouwen zijn gelijk, zij zijn broeders en zusters in Christus, zij zijn door God begiftigd en delen samen in hun werk voor Christus. Aan mannen en vrouwen zijn verschillende - maar elkaar aanvullende - rollen gegeven thuis en in de kerk, terwijl niet de een superieur is over of inferieur aan de ander. Maar laten we eerlijk zijn, de kerk (zeker in Schotland) heeft de rol van vrouwen vaak gedegradeerd tot het zetten van thee en het lesgeven op de zondagsschool. Het is helder uit de Schrift dat vrouwen in de vroege kerk veel meer gevarieerde rollen speelden. Begrijp me niet verkeerd, theezetten en lesgeven op de zondagsschool zijn enorm belangrijke activiteiten, die pas in de heerlijkheid hierna ten volle op hun waarde zullen worden geschat. Maar dit zijn vaak de enige rollen die aan vrouwelijke leden in onze gemeenten gegeven zijn. Ik verbeeld me daarom dat er veel vrouwen zijn die niet het gevoel hebben dat zij als gelijken behandeld worden, aangezien zij worden ondergewaardeerd en onderbenut in onze kerken. Dit is een misstand die moet worden rechtgezet. De discussie die misschien gevoerd moet worden is niet over vrouwelijke ambtsdragers, maar eerder over het volledig benutten van de gaven van alle leden van onze kerken, zowel mannen als vrouwen.
5. Het belang van eenheid – Deze kwestie, zoals zovele kwesties, heeft de potentie om wrijving en scheuring teweeg te brengen. Wat als een legitieme discussie kan starten, kan soms de duivel in de hand werken. De woorden van de apostel is de laatste weken veel in mijn gedachten geweest: ‘Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen’, 1 Kor. 1:10.
Dit zijn de dingen die ik in Schotland zou zeggen. Vergeef me als ik de situatie verkeerd begrepen heb, of als ik ernaast zit hier in Nederland.
Broeders en zusters, ik ga eindigen. Opnieuw dank ik u voor het warme welkom dat ik heb ontvangen in uw gezelschap en voor de gelegenheid om u vandaag toe te spreken. De HEERE zegene u en behoede u, de HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, de HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede.